Home / Pijler 4: Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur

Pijler 4: Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur

“Nederland wordt het digitale knooppunt van Europa en krijgt robuust, supersnel en veilig internet in alle delen van het land.”

(Bron: Coalitieakkoord 2021 – 2025)

Nederland beschikt over een betrouwbare, hoogwaardige digitale infrastructuur, en behoort daarin Europees en wereldwijd tot de kopgroep. Er is sprake van een nauw verweven systeem van (internationale) verbindingen zoals zeekabels, datacenters, glasvezelnetwerken en internet exchanges, die randvoorwaardelijk zijn voor Nederland als belangrijk internationaal digitaal knooppunt. Deze hoogwaardige digitale infrastructuur in combinatie met de mogelijkheden voor de opslag en overslag, het transport en de verwerking van data zijn belangrijke voorwaarden voor de aanwezigheid van innovatieve techbedrijven en bloeiende tech-ecosystemen, zoals in Amsterdam en Eindhoven. De positie van Nederland als internationale digitale hub zorgt voor een sterke magneetfunctie voor nieuwe start-ups en meer gevestigde ondernemingen. De digitale infrastructuur draagt niet alleen in hoge mate bij aan het huidige en het toekomstige verdienvermogen van Nederland, maar vormt in veel opzichten de ruggengraat van onze digitaliserende maatschappij. Belangrijk daarbij is dat de digitale infrastructuur een noodzakelijke enabler is van de energietransitie, en meer algemeen van een duurzame en circulaire economie. Het vermogen van de Nederlandse digitale infrastructuur om in te spelen op en mee te groeien met de toekomstige maatschappelijke behoeften is noodzakelijk om de positie van Nederland als digitaal knooppunt te behouden en te versterken.

Wat is de uitdaging?

De eisen die aan de digitale infrastructuur worden gesteld zijn aan voortdurende verandering onderhevig en worden alsmaar hoger. Het gebruik van cloudtoepassingen heeft in relatief korte tijd een vlucht genomen. Een steeds bredere inzet van technologieën als AI, IoT, quantumtechnologie en immersieve toepassingeni zullen zeer hoge eisen stellen aan connectiviteit (altijd, overal, veel bandbreedte en zonder merkbare vertraging) en zullen zorgen voor een explosieve groei van de bandbreedtevraag. Dit vergt veel van alle onderdelen van de digitale infrastructuur, waarbij steeds bewaakt moet worden dat er geen zwakke schakels ontstaan die het geheel afremmen. De overheid dient hiervoor de randvoorwaarden te scheppen, in de vorm van een goed vestigingsklimaat, waarbij ook vergunningsprocessen op orde zijn en schaarse middelen zoals spectrum op een doelmatige wijze worden verdeeld. Dit vereist een integraal beleid, waarbij de sterke afhankelijkheden tussen de verschillende onderdelen van de digitale infrastructuur steeds in het oog worden gehouden.

Voor bedrijven en burgers is toegang tot de digitale infrastructuur een randvoorwaarde om volwaardig deel te nemen aan maatschappij en economie. Tijdens de coronacrisis is duidelijk geworden dat de afhankelijkheid van digitale infrastructuur alleen maar is gegroeid. We willen altijd en overal over snel internet kunnen beschikken. Toegankelijkheid heeft verschillende aspecten, waaronder (geografische) beschikbaarheid, betaalbaarheid en digitale vaardigheid. Het maatschappelijk draagvlak voor een digitale infrastructuur is niet vanzelfsprekend. De benodigde digitale infrastructuur legt, zoals iedere economische activiteit, een beslag op schaarse middelen (energie, ruimte, water), er kan voorts sprake zijn van tijdelijke overlast (bijvoorbeeld door graafwerkzaamheden), en er kunnen ook allerlei zorgen bestaan over mogelijke schadelijke effecten op de leefomgeving. Daarnaast is de digitale infrastructuur, naast de grote bijdrage die zij levert aan maatschappelijke verduurzaming, ook een verbruiker van energie. Om aan de opgaven voor draagvlak en verduurzaming tegemoet te komen, is integraal beleid op de breedte van de digitale infrastructuur onmisbaar.

We zijn ons steeds meer bewust van onze afhankelijkheid van digitale infrastructuur. Als netwerken grootschalig uitvallen, komt het maatschappelijke leven tot stilstand. We hechten daarom steeds meer belang aan de weerbaarheid van onze digitale infrastructuur. Tegen geopolitieke dreiging, ongewenste afhankelijkheden, cyberaanvallen en extreme gebeurtenissen, zoals (natuur)rampen en zeekabelbreuken. We willen voorkomen dat de risico’s voor de nationale veiligheid worden vergroot, bijvoorbeeld doordat producenten van telecommunicatieapparatuur ongewenst toegang hebben tot ‘kritieke onderdelen’ van telecommunicatienetwerken. De recente sabotage van de Nordstream-pijpleiding onderstreept dat de veiligheid en weerbaarheid van de infrastructuur op de zeebodem, waaronder datakabels, geen abstract vraagstuk is maar een reëel gevaar. Bedrijven en burgers moeten kunnen rekenen op een digitale infrastructuur die veilig en betrouwbaar is, en waarvan de continuïteit ook onder moeilijke omstandigheden kan worden gegarandeerd.

Ten slotte vormt de publieke (technische) kern van het internet het fundament voor de wereldwijde connectiviteit en levert standaardisatie een belangrijke bijdrage aan interoperabiliteit binnen de digitale infrastructuur. We willen vermijden dat het wereldwijde internet verandert in een ‘splinternet’, met voor elk land of elke regio eigen regels, standaarden en grenzen. De mate waarin Europese partijen succesvol zijn in het behoud van één open, vrij en veilig internet en daarmee op het gebied van internationale standaardisatie is medebepalend voor het concurrentievermogen en de digitale autonomie van Europa.

Wat is onze ambitie?

De sterke positie van Nederland in de digitale kopgroep in Europa en de wereld moet worden behouden en verder worden versterkt. Dit vraagt om een weerbare digitale infrastructuur die de digitale transitie volledig ondersteunt. We streven naar een digitale infrastructuur die het verdienvermogen van Nederland optimaliseert, zodanig dat publieke belangen worden geborgd. Belangrijke publieke belangen zijn hierbij onder meer toegankelijkheid, betaalbaarheid, veiligheid, privacy, betrouwbaarheid, kwaliteit en functionaliteit. Deze belangen worden geborgd door een overheid die de kaders stelt voor effectieve concurrentie en in geval van marktfalen haar verantwoordelijkheid neemt. In lijn met de Europese doelstellingen hebben we het doel om alle eindgebruikers, bedrijfsleven en consumenten, de beschikking hebben over een aansluiting van tenminste 1 Gigabit per seconde en dat er in alle bevolkte gebieden dekking is van 5G of gelijkwaardige technologie. De digitale kloof tussen de circa 19.000 adressen in de buitengebieden die dreigen achter te blijven bij de grote meerderheid die nu al kan beschikken over Gigabit-internet moet worden gedicht. Dat vraagt om actieve overheidsinterventie in de vorm van staatssteun of in het uiterste geval universele dienstverplichtingen.

We streven naar een digitale infrastructuur die dienstbaar is aan de transitie naar een duurzame economie. Dit betekent dat de digitale infrastructuur enerzijds zelf blijft verduurzamen, zodat optimaal gebruik wordt gemaakt van grondstoffen en energie. Tegelijkertijd moet de digitale infrastructuur als belangrijke enabler andere sectoren in staat stellen om hun duurzaamheidsstappen te maken en optimaal gebruik te maken van grondstoffen om hun bijdrage te leveren aan de grote opgave om de maatschappij te verduurzamen.

Wat gaan we daarvoor doen?

Om de bovengenoemde ambitie te bereiken, gaan wij de volgende stappen zetten.

  • We werken aan een integrale beleidsvisie op de digitale infrastructuur. Deze visie wordt in de eerste helft van 2023 opgeleverd. In deze visie gaan we verder in op het grote maatschappelijke belang van de digitale infrastructuur. Daarbij zullen we de nauwe verwevenheid van de verschillende onderdelen binnen het ecosysteem van de digitale infrastructuur duidelijk maken, en de consequenties die dit heeft voor het beleid onder de aandacht brengen. We gaan uitgebreider in op wat onze huidige activiteiten rond de digitale infrastructuur zijn, en hoe deze met elkaar verbonden zijn (van aansluitnetwerken tot aan de cloud en edgei, en van goedwerkende markten tot aan weerbaarheid). Dit helpt ons om vervolgens in kaart te brengen op welke onderdelen meer beleidsactie nodig is om onze ambities waar te maken. We zullen de stakeholders hierbij nauw betrekken.
  • We zetten in op het benutten van de kansen van digitalisering voor verdere verduurzaming van de digitale infrastructuur en kijken welke rol de overheid en bedrijfsleven moet spelen in het halen van de klimaatambities.
  • We verdelen de 3,5 GHz en 26 GHz-banden om de mobiele connectiviteit op niveau te houden.
  • We plukken de vruchten van de op 2 maart 2022 in werking getreden nieuwe Telecommunicatiewet (implementatie Telecomcode).i Hier wordt het uitrollen van snelle netwerken bevorderd, wordt de positie van eindgebruikers versterkt, en zijn veiligheid en continuïteit geactualiseerd en verbreed naar aanbieders. In het verlengde hiervan zetten we er op in dat de herziening van de Richtlijn kostenreductie breedband de uitrol en investering in snelle netwerken verder zal stimuleren. Deze herziening zal zijn beslag krijgen in de Europese Connectivity Infrastructure Act (CIA).i
  • Met de introductie van de Wet ongewenste zeggenschap telecom (Wozt)i, de herziening van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni)i en een effectievere uitvoering van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (Wibon)i versterken we de continuïteit van vitale onderdelen binnen de digitale infrastructuur. In het kader van de Wbni is het voornemen om (hosting)bedrijven die DNS diensten leveren aan een zeer groot aantal klanten, bijvoorbeeld in het mkb, aan te wijzen als aanbieder van essentiële diensten. Daarnaast is het voornemen om multi-tenant (colocatie) datacenters vanaf een bepaalde omvang aan te wijzen als vitale aanbieder. Voor de veiligheid van telecommunicatienetwerken richten we een structureel proces in waarbinnen de overheid en telecomaanbieders technologische ontwikkelingen en dreigingsinformatie delen, op basis waarvan risicobeoordelingen kunnen worden verricht.
  • De Europese Commissie heeft begin 2022 een standaardisatiestrategie uitgebracht waarin zij maatregelen aankondigt ten behoeve van doelen als strategische normalisatiebehoeften, governance van het Europese normalisatiestelsel en het versterken van Europa’s leiderschap op het gebied van internationale normen en standaarden. We onderschrijven die doelen, maar zullen de Europese Commissie vragen ook oog te houden voor het oplossen van de bestaande uitdagingen met betrekking tot het functioneren van het stelsel van geharmoniseerde normen.i
  • We participeren in internationaal opererende private organisaties zoals ICANN, IETF, IEEE en RIPE, die de publieke (technische) kern van het internet beheren. De inzet van Nederland is gericht op het behoud van één open, vrij en veilig internet. Vertrouwen in digitalisering en daarmee digitale economie is daar mede van afhankelijk. We gaan in tegen de geopolitisering van internet governance door ons in EU-verband en met andere partners hard te maken voor behoud van het multi-stakeholder model en de versterking van Europees leiderschap in deze internationale technische lichamen.

Caribisch Nederland
Burgers en bedrijven in Caribisch Nederland moeten op een gelijkwaardig niveau kunnen meedoen in de digitale samenleving. De Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren beschrijft de inzet van het kabinet op dit vlak.

Voor digitale infrastructuur is een specifieke inzet voor Caribisch Nederland vereist. Net als voor Europees Nederland geldt dat de digitale infrastructuur ook voor Caribisch Nederland (Bonaire, Saba en Sint Eustatius) essentieel is voor het maatschappelijk verkeer. De afgelegen geografische ligging, de topografie van de eilanden, weersomstandigheden (orkaangebied) en het beperkte aantal inwoners brengen echter specifieke uitdagingen met zich mee. Dit vereist dan ook specifieke oplossingen, die optimaal inspelen op de situatie op de eilanden. Dit betekent onder meer dat er sprake is van toegesneden wet- en regelgeving, die net als in Europees Nederland met enige regelmaat moet worden aangepast aan de voortschrijdende technologie en marktontwikkelingen. De ACM heeft in 2020 op verzoek van EZK onderzoek gedaan naar de relatief hoge kosten van vast internet in Caribisch Nederland. Omdat is vastgesteld dat er geen andere manieren zijn om de betaalbaarheid van vast internettoegang voor de inwoners voldoende te verbeteren – en vanwege het grote belang hiervan – is EZK overgegaan tot een maandelijkse subsidie van 35 USD per maand per aansluiting op Sint Eustatius en Saba, en 25 USD op Bonaire. In de afgelopen jaren is er door de Nederlandse overheid ook geïnvesteerd in een betere ontsluiting door middel van zeekabelinfrastructuur. In 2023 zijn wij voornemens om een onderzoek te doen naar de digitale infrastructuur in Caribisch Nederland.

De strategie bevat geen nieuwe maatregelen specifiek voor Caribisch Nederland. Op basis van het principe ‘comply or explain’ wordt voor nieuw beleid, wetgeving en investeringen die voortvloeien uit deze strategie beoordeeld of dit ook toegepast kan worden op Caribisch Nederland. Daarbij wordt rekening gehouden met de bijzondere situatie en ligging van de eilanden. Wij zullen de Tweede Kamer hier na de zomer van 2023 schriftelijk over informeren. In het kader van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren en de coördinerende verantwoordelijkheid voor Caribisch Nederland wordt hierin nauw opgetrokken met BZK.


[1] Immersieve technologieën, zoals virtual reality en augmented reality, dompelen gebruikers onder in een alternatieve werkelijkheid waardoor een gevoel van aanwezigheid ontstaat: het idee dat de virtuele werkelijkheid ‘echt’ is.

[2] Edge-knooppunten kunnen dichterbij applicaties ingezet worden, met een lagere latentie, dan huidige centrale cloud oplossingen. Dit is essentieel voor applicaties waarbij data tijdsensitief is.

[3] wetten.nl – Regeling – Telecommunicatiewet – BWBR0009950 (overheid.nl)

[4] EUR-Lex – 32014L0061 – EN – EUR-Lex (europa.eu)

[5] Kamerbrief over rapportage toepassing Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie

[6] Factsheet over de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen | Rapport | Rijksoverheid.nl

[7] wetten.nl – Regeling – Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken – BWBR0040728 (overheid.nl)

[8] Kamerstuk 22112, 3341.